Ik heb vandaag een kind aan het huilen gemaakt. Ik ben namelijk mevrouw Laumen voor een aantal pubers. En die pubers gedragen zich niet altijd zoals het hoort.
Deze les werkten ze in twee groepen: de ene helft was bezig achter de keyboards, de andere helft met een andere opdracht. Als juffie kun je niet op twee plaatsen tegelijk zijn.
Het toeval wilde dat ik een leerling hielp die noten speelde die zelfs Mozart nooit verzonnen zou kunnen hebben (in a bad way), en er tegelijkertijd achter mijn rug iets anders gebeurde.
Namelijk dat Sieb en Siar (Bassie en Adriaan vermomd als brugklassers) elkaar aan het rammen waren met etuis. Erg leuk. "Ja, ga je maar melden", zei ik op een echte juffrouwtoon (zo irritant rustig en beheerst). Verschrikt liepen ze (zonder tegenstribbelen!) het lokaal uit om een briefje te gaan halen bij de leerlingenbalie.
Op zo'n foeilelijk oranje vel moet je dan als docent invullen wat de straf is die je gaat opleggen. Ik had bedacht: een heerlijk ontspannen middagje nakomen en strafwerk schrijven. Echt TE kut.
Wat is dat toch, dat je nu dingen doet die je als leerling intens haatte?
Toen ik dat zei, zag ik bij Sieb al een traantje blinken maar hij hield zich nog groot. Ik hoopte voor hem dat het daar bij zou blijven, omdat ik me goed kan voorstellen dat je op die leeftijd en als jongen zijnde niet kwetsbaar wil zijn in het bijzijn van klasgenoten.
Daar bleef het niet bij. Een trillend lipje en nog erger blinkende oogjes. En toen rollende tranen.
Ik kreeg spontaan spijt.
Maar ik heb geleerd: blijf bij je maatregel. Je wil toch enigszins gezag uitstralen.
"Hee Sieb, zo erg is het toch niet?" zei ik in een poging hem gerust te stellen. (Ook naaiend trouwens, want ik heb die rotstraf bedacht).
"Nee maar ik vind het gewoon heel vervelend dat ik moet nablijven. Maar het is wel heel terecht", snikte Sieb.
Hallelujah! De jongen heeft geleerd van zijn daden.
Doe ik toch nog iets goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten