vrijdag 10 januari 2014

Klassiek in de klas

Deze week ben ik begonnen met het hoofdstuk 'Klassieke muziek' in de klas.
Ja. Lastig onderwerp. En vooral heel erg niet leuk.

"Juffrouw, gaan we die film afkijken?" (Ik had voor de vakantie een kerstfilm opgezet bij wijze van inleiding van de feestdagen en toegegeven, omdat ik niet heel veel zin meer had om nog een inventieve les voor te bereiden).
"Nee", zei ik. "Maar we gaan wel iets anders leuks doen". Dus.
"Jongens, vandaag gaan we het hebben over....roffel roffel...ooooeeeeeh spannend....(door m'n benen gezakt, sluipend door de klas, wild met m'n armen maaiend )... KLASSIEKE MUZIEK!".
Elke keer als ik dit onderwerp behandel is er ergens in mij nog een vleugje hoop dat in ieder geval 1 leerling enthousiast roept:  "YES! KLASSIEKE MUZIEK! I LOVE IT".
Helaas is de realiteit nét wat anders.  Een klas vol extreem verveelde en met afkeer gevulde gezichten kijkt me aan. Een reeks uit de fijne woorden die ik naar m'n hoofd geslingerd krijg: gadverdamme, saaaaaaaaai, neeeeee hè, bah, stom. Je kent het wel. Een heerlijk positief begin van de les.

"Ik weet dat iedereen nu meteen denkt. Bleh, saai! Maar klassieke muziek zien we juist ook nu heel veel om ons heen. Kan iemand daar een voorbeeld van geven?"
Met een hoop hints komen ze dan uiteindelijk uit op reclames, films, de Efteling etcetera etcetera. 
"Klassieke muziek wordt ook veel gebruikt in het theater. Niet alleen serieus, maar ook juist op een grappige manier". Ik laat een filmpje zien van een orkest met daarvoor een man zittend, met een cd in zijn handen. " Where is the remote control?" roept hij. Wat blijkt, het orkest is zogenaamd de cd waar hij naar luistert en die cd slaat over. Een tweede man komt het toneel op met de afstandsbediening. Geheel onverwachts (...) krijgen de twee ruzie over welk stuk ze willen horen en ondertussen speelt het orkest dus alles live mee. Hieronder de link voor de nieuwsgierigen onder ons.
Where is the remote control?
Het kutte is, voor ik het filmpje aanzet vraagt er iemand: "Is het grappig?".
Zucht. Wat moet je dan zeggen?
Nee, ik vind er zelf geen reet aan maar ik doe er alles aan om die grimas van jouw gezicht te halen dus..komtie! Ach, het maakt ook niks uit wat je zegt, want ze vinden het uit principe al niet grappig omdat het klassieke muziek is ("Nou..leuk zeg. Ha. Ha. Ha.").
Behalve 1 jongen, die zat met stralende oogjes te kijken en stiekem mee te lachen.
Mijn verbitterde hart smolt even.

Na dit filmpje vraag ik: "Welke componisten kan je noemen zonder in je boekje te kijken?".
Tot Mozart, Beethoven en Bach komen ze gelukkig nog wel. Een enkeling verbaast me door Schubert, Händel of Verdi te noemen. Natuurlijk zit er ook een grapjas bij die Piet Paulusma roept, hierna meteen checkend of de rest van de klas wel vooral in een deuk ligt.
"Ga je normaal doen of kan ik dit de rest van de les verwachten?" De jongen doet een poging om zijn hachje nog te redden door onderuitgezakt en met een ongeïnteresseerde blik te zeggen: "Ja hoezo, dat is toch een componist?"...Tijd voor de ernstige blik en de docentenzucht. Dit werkt. We kunnen door.

Vervolgens krijgen ze een testje. Een hele reeks titels van klassieke stukken en ze moeten erachter zetten of ze het kennen, ja of nee. Natuurlijk kennen ze weinig tot niks. Daarna laat je de stukken horen en wat blijkt: nu klinkt ineens wel heel veel bekend. Gelukkig zie ik bij deze opdracht veel lachende gezichten omdat veel stukken hen doen denken aan iets wat ze wél leuk vinden zoals bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spannende film. Of een pizza reclame. 
Los van deze specifieke stukken zijn er altijd wel een paar jongens die op de een of andere manier...fysiek reageren op luisterfragmenten. Of het is om aandacht te trekken, grappig te zijn of dat het een lichamelijke afwijking is, ik weet het niet maar bijna elke les is het raak. Wild dirigerend, stuiterend op hun stoel, overdreven playbackend...het is een dierentuin. Frappant is dat de meerderheid van de klas het al geaccepteerd heeft want niemand reageert er op.  

Daarna behandel ik nog een stukje theorie m.b.t. dynamiek met bijbehorende opdrachten. En ja, daar komen Italiaanse benamingen bij kijken. Ik smul werkelijk als de zoveelste leerling 'kreskendo' zegt in plaats van crescendo.
Dan laat ik ze altijd een 'Italiaans handje' maken (je weet wel, een uitgestrekte arm waarvan alle vingertoppen van die hand rusten op de duim) en het nog eens proberen. Als ik geluk heb vinden ze het niet 'voor schut' (god, wat haat ik die uitspraak) en doen ze het vol overgave.

Ik kan je vertellen, na 40 minuten ben ik gestorven. Soms moet je een les klassikaal doen en dat is bij muziek Z.W.A.A.R.
De laatste 10 minuten heb ik een fragment van Mickey Mouse opgezet uit de film 'Fantasia'. Ik had daar thuis netjes opdrachten bij bedacht, maar toen ik die wilde vertellen aan de klas kwam er, heel vreemd, iets heel anders uit m'n mond: "Hier nog een filmpje waar ook klassieke muziek in zit".
Nee, ik had hier geen controle over.
Ja, ik ben gecertificeerd voor dit vak.
En ja, ik vind klassieke muziek zelf ook stom.



zaterdag 4 januari 2014

Kleine dingen

Ik kan vrolijk worden van kleine dingen. Vaak zijn ze onbenullig.
Wat ik bijvoorbeeld altijd leuk vind is als buschauffeurs elkaar begroeten als twee bussen elkaar voorbij rijden. Ik betrap mezelf erop dat ik altijd op dat moment wacht als ik een andere bus aan zie komen. Zullen ze weer...JA! Ze zullen.
Een nonchalante hand die omhoog gaat en zonder woorden zegt: "Hee collega, dat doen we goed hè, zo'n fucking grote waggie besturen?! Fijne dag nog!"
Of als een buschauffeur me bij binnenkomst oprecht vrolijk begroet. Of wanneer hij, zoals vandaag op de heenweg, tijdens het rijden ineens een witte boterham met gebraden gehakt gaat eten. En een andere chauffeur op de terugweg ook plotseling een boterham tevoorschijn tovert. Een bruine dit keer.

Dat was het.

Nee, natuurlijk niet. Er zijn naast buschauffeurs ook andere dingen die me vrolijk maken.
Bij de Jumbo waar ik altijd boodschappen doe werkt een jongen. Daar is natuurlijk niks bijzonders aan.  Maar deze jongen is ZO beleefd. De meeste cassières kijken je amper aan en aan de toon waarop ze praten hoor je dat ze voor de cursus 'hoe-doe-ik-alsof-ik-welopgevoed-en-klantvriendelijk-ben' met vlag en wimpel zijn geslaagd.
Deze jongen, ik noem hem voor het gemak Mo, begint zijn rondje boodschappen bliepen met oogcontact en een welgemeend 'Goedemiddag mevrouw'. Dat vind ik al heerlijk. Zelfs bij het overhandigen van het bonnetje krijg ik het idee dat ik niet zomaar een klant ben, maar elk moment kan worden overstelpt met bloemen en slingers en dat er een stem uit de speakers zal galmen die zegt dat de gehele Jumbo keten zo verheugd is dat ik elke dag de winkel kom verblijden met een bezoek.
Mo sluit mijn kassabeurt af met: "En dan wens ik u nog een hele prettige dag mevrouw". Vergeleken met het standaard "Fijne dag nog" of "prettig weekend" is dat toch fantastisch?
Ik heb een keer tegen Mo gezegd dat ik het zo leuk vindt dat hij altijd zo beleefd is en dat je dat niet vaak meer meemaakt. Toen antwoordde hij: "Dank u wel mevrouw, maar voor mij is dat heel normaal".
Ik kon 'm wel zoenen. Met zijn beugel.

Kneuterige dingen, ook enorm fijn.
Een kerstboom kopen met een set ballen naar keuze. En dan na het werk thuiskomen en zien dat boyfriend 'm heeft opgetuigd (weliswaar na het geven van ongeveer 500 hints, maar hey, ik ben de moeilijkste niet).
Plantjes kopen voor in de vissenkom (jazeker, Frank is still alive en blubbing) en i.p.v. op de fiets naar de dierenwinkel te gaan, eens een keer te lopen. Lekker old skool muziekje op waar je alle riedels van kent, dikke jas aan, wind door je haren, glimlachend naar iedereen die voorbij loopt.
Over Frank de vis gesproken, daar word ik ook vrolijk van. Ik weet niet of alle vissen zo zijn maar Frank wordt spastisch enthousiast als je in de buurt bent. Waarschijnlijk omdat hij weet dat hij te eten krijgt. Ik praat ook tegen Frank. "Haaa Frankie, heb jij al te eten gehad? Nee hè schat". Nou is dat geen probleem als ik alleen ben, maar laatst deed ik het onbewust toen er mensen bij ons thuis waren. "Praat jij nou tegen je vis?"...Ik overwoog nog om te zeggen dat ik het tegen mezelf had, maar dat had de situatie niet minder vreemd gemaakt. Dus ja, gaf ik toe: ik praat tegen m'n vis. En hij praat nooit terug. Verdomme.
Goede gesprekken met vrienden. Een uurtje sporten. Lelijk dansen in je ondergoed.
Een ontzettende vrouwenfilm met een droomvent in de hoofdrol.
Een goed boek. Ik heb 'Toen ik je zag' van Isa Hoes over het leven van en met Antonie Kamerling in een keer uitgelezen. Wat een oprecht en liefdevol verhaal.
Het huispak van Stef. Als ie dat aanheeft vind ik 'm zo lief.
Eten. Ik hou van eten. Van het uitzoeken van een recept tot boodschappen doen, tot koken tot het opeten. Daar kan ik oprecht van genieten, zowel in m'n eentje als met anderen.
Zelfbedachte taaltjes. Voor anderen zal het vast bloedirritant zijn maar ik heb zolang ik me kan herinneren zelf taaltjes bedacht. Met m'n broertje en m'n ouders, met vriendinnen, met Stef. Die talen evolueren ook altijd tot iets wat nog raarder is dan waar het mee begon.
Grappige quotes. De AH-reclame. Een lief kaartje. Een zingende zwerver. Sokken met een gezichtje.

Nou kan ik afsluiten met een moraal. Dat het goed is om bewust te zijn van de kleine dingen in het leven en deze te waarderen.
Maar dat doe ik niet.